Instellingen

Algemene instellingen | Scherm-instellingen

Volgende hoofdstuk: Bestanden | Vorige hoofdstuk: Complexe centrale menu | Terug naar: Inhoudsopgave

Algemene instellingen

Koppelingen voor parametersets:
In- / Uitschakelen van de overdracht van parameters naar andere grafieken en diagrammen. De parameters worden overgedragen als u in "Main menu" -> "Type grafiek" de grafiek aanpast. Alleen de parameters voor c, de coordinaten, en in een enkel geval de grenswaarde, worden doorgegeven.
  • Mogelijke waarden: AAN, UIT
  • Standaard waarde: AAN
  • Van toepassing op: Reële functies, alle grafieken.

top

Scherm-instellingen:

Coordinaat-assen >
Instellingen voor coordinaten.
Stapsgewijze iteratie >
Instellingen voor Stapsgewijze iteratie.
Kleuren >
Instellen van de gebruikte kleuren voor grafieken en diagrammen
Gegevensbalk:
Schakel de gegevensbalk 'aan' of 'uit'. Deze balk geeft informatie over het iteratie-proces.
  • Mogelijke waarden: AAN, UIT
  • Standaard waarde: AAN
  • Van toepassing op: Alle grafieken en diagrammen
Coordinaat-assen:
Coordinaten:
Zet het coordinaten-systeem 'aan' of 'uit'. Als deze optie is uitgeschakeld, worden de coordinaat-assen niet weergegeven.
  • Mogelijke waarden: AAN, UIT
  • Standaard waarde: AAN
  • Van toepassing op: Alle grafieken en diagrammen
Raster:
Zet het raster 'aan' of 'uit'. Deze optie trekt de markeringen op de coordinaat-assen door.
  • Mogelijke waarden: AAN, UIT
  • Standaard waarde: UIT
  • Van toepassing op: Alle grafieken en diagrammen
Getallen bij x- en y-as:
Zet de calibratie (tekst) bij de markeringen 'aan' of 'uit'.
  • Mogelijke waarden: AAN, UIT
  • Standaard waarde: AAN
  • Van toepassing op: Alle grafieken en diagrammen
Stapsgewijze iteratie:
Verbindingslijnen:
Schakel de verbindingslijnen tussen de iteratiepunten 'aan' of 'uit'.
  • Mogelijke waarden: AAN, UIT
  • Standaard waarde: AAN
  • Van toepassing op: complexe functies, "Stapsgewijze iteratie" en "Stapsgewijze inverse iteratie" voor het complexe diagram Punt.
Breedte van de lijnen:
Stel de breedte in van de iteratie-weergave.
  • Mogelijke waarden: 1-99
  • Standaard waarde: 2
  • Van toepassing op: reële functies, Stapsgewijze iteratie voor de diagrammen Iteratiewaarden en Stappendiagram.
Kleuren:

Voor het instellen van kleuren kent Funiter twee modi:

  1. Het toekennen van kleuren aan specifieke onderdelen van de grafiek:
    • <TAB> opent een scherm waarmee de kleur in te stellen is voor:
      • Raster (coordinaat assen)
      • Grafiek van functie
      • Diagonale x=y lijn
      • 1e startwaarde
      • 2e startwaarde
    • Een kleur kiezen kan met de Cursor omhoog / omlaag / links / rechts toetsen.
  2. Het aanpassen van de rood, groen en blauw waarden van een kleur kan met behulp van onderstaande toetsen:
    • <R> / <r> = Rood aanpassen.
    • <G> / <g> = Groen aanpassen.
    • <B> / <b> = Blauw aanpassen.
    • <Shift> + Cursor omhoog = Verhoog waarde.
    • <Shift> + Cursor omlaag = Verlaag waarde.
    • <Page Up> (PGUP)= Verhoog waarde met 21.
    • <Page Down>(PGDN) = Verlaag waarde met 21.
    • Escape = naar vorige menu.

Met de <r>, <g> of <b> toets activeert u de tweede modus, met <TAB> of de cursor toetsen verlaat u deze modus weer.

top

Volgende hoofdstuk: Bestanden Vorige hoofdstuk: Complexe centrale menu | Terug naar: Inhoudsopgave